Nieuwe terminal geeft Brussels Airport ruimte om verder te groeien

De uitbreiding van Brussels Airport richt zich op drie speerpunten: meer capaciteit, betere verbindingen en een kleinere ecologische voetafdruk. In de plannen zit een nieuwe vertrek- en aankomstterminal, een intermodale hub waar trein, bus en fiets samenkomen, en een hotel voor transferpassagiers. Met deze ingreep wil de luchthaven zich sterker positioneren als Europese hub, vergelijkbaar met luchthavens als Frankfurt en Parijs-Charles de Gaulle.

De voorbereidende werken beginnen in 2026, gevolgd door de bouw van de nieuwe infrastructuur vanaf 2027. Tegen 2032 moet het project volledig afgerond zijn. De eerste zichtbare verbeteringen, zoals de vernieuwde drop-offzone bij de vertrekhal, staan al gepland voor 2025. Met deze gefaseerde aanpak probeert de luchthaven hinder voor reizigers en luchtvaartmaatschappijen te beperken.

Het nieuwe complex moet vooral ruimte scheppen voor langeafstandsvluchten. Brussels Airport heeft de afgelopen jaren meerdere nieuwe bestemmingen toegevoegd en acht extra luchtvaartmaatschappijen verwelkomd. De focus ligt op regio’s die nog ondervertegenwoordigd zijn, zoals India en Latijns-Amerika. Volgens de directie is de vraag naar intercontinentale vluchten vanuit Brussel duidelijk in opmars.

Ook duurzaamheid speelt een grote rol in het project. De nieuwe gebouwen krijgen veel natuurlijke lichtinval, warmtepompen en zonnepanelen. Daarnaast wordt gewerkt aan een systeem voor geothermische opslag om energie te besparen. De intermodale hub moet het gebruik van openbaar vervoer stimuleren, zodat minder reizigers met de auto naar de luchthaven komen.

Voor Belgische reizigers betekent het plan op termijn meer keuze aan verre bestemmingen en een comfortabelere overstap in Brussel zelf. Het Hub 3.0-programma moet ervoor zorgen dat de luchthaven de komende decennia kan meegroeien met de stijgende vraag, zonder dat de infrastructuur opnieuw tegen haar grenzen aanloopt.